17/10/2014

Armin Van Buuren collabore avec Jean-Michel Jarre sur un projet Trance ?


What a pleasure it was to be in conversation with Armin van Buuren at this years Amsterdam Dance Event. I'm very much looking forward to working with Armin musically and creatively!
(Jean Michel Jarre)




A l'occasion de l'Amsterdam Dance Event, le Jeudi 16 Octobre 2015, Armin Van Buuren a interviewé le français Jean-Michel Jarre, l'un de ses idoles, véritable source d'inspiration pour lui. Jean-Michel Jarre a été un des pionniers de la Musique Electronique dans les années 70, il lui a apporté une reconnaissance auprès du grand public. L'homme rassemble parfois plusieurs millions de personnes lors de ses concerts.

Il semblerait que Armin Van Buuren et Jean-Michel Jarre collaborent (ou vont prochainement collaborer ensemble) sur un single Trance dont la sortie serait prévue pour cet automne, selon "DJ Mag", ce qui réjouit de nombreux fans sur les réseaux sociaux. Auparavant, le compositeur français s'était déclaré davantage proche de la Trance que de l'Electro House qui a souvent été une spécialité française.

Armin Van Buuren : "Jean-Michel a été l'un des vrais précurseurs des musiques électroniques, à une époque où on ne parlait pas de Trance ou d'EDM, à une époque où les synthétiseurs étaient parfois considérés comme de vrais démons par les puristes du de la Musique. Avec ses albums 'Oxygene', 'Equinox' et 'Zoolook', il a atteint un public énorme et ouvert de nombreuses portes à notre musique. Le synthé est depuis devenu la base de la Dance Music et ses performances Live, avec les projections vidéo, devant plusieurs milliers de personnes, ont marqué les esprits."

Jean-Michel Jarre : "C'était un plaisir de parler avec Armin Van Buuren cette année à l'Amsterdam Dance Event. Je suis très impatient de travailler avec Armin, musicalement, et avec créativité."

Source: tranceinfrance

16/10/2014

"Breve rencontre Jarre Par Jarre"


WATCH VIDEO

Armin van Buuren interviewt zijn idool op ADE

16 okt 2014
DJ Armin van Buuren.
Armin van Buuren heeft vandaag zijn grote held geïnterviewd op het ADE. De trance-dj ontving synthesizerpionier Jean-Michel Jarre met een mooi gesprek vol wederzijds respect.

Foto: VERHORST, ROB

"Dance zou nu nooit zo hebben geklonken zonder hem", introduceert Van Buuren vandaag zijn Franse idool in ADE-conferentiecentrum Felix Meritis. "Hij verlegde in de 70's de grenzen van elektronische muziek, deed voor het eerste grote openlucht shows met lasers en vuurwerk, net als de grote dancefeesten vandaag de dag, en had echt een vooruitziende blik."

Jarre ontvangt de complimenten met een lach. Hij luistert nog steeds naar dance, vertelt hij, van trap, techno en dubstep tot trance. "Mijn muziek was al trance voordat het een genre was. Toen ik de eerste tracks van Armin hoorde beschouwde ik hem meteen een jongere broer. Trance is deel van mijn DNA."

De synthesizer-pionier (grootste hit: Oxygene) legt uit hoe hij in de jaren 70 werkte. "Ik probeerde te ontsnappen aan het drie minuten pop format door lange composities te maken. Net als je in de klassieke muziek had, ik gebruikte alleen elektronische  apparatuur hiervoor. Die traditie is daarna in de dance voortgezet."

Van Buuren en Jarre duiken vervolgens in een technisch gesprek over synthesizers, software en het maken van geluiden -twee studionerds en hun dromen. "Ik zou wel graag een hologram als instrument willen, zodat je je geluiden echt kunt visualiseren", mijmert Jarre.

Zo blijkt dat de 66-jarige producer nog altijd actief is. "Ik ben bezig met nieuwe shows en ook nieuwe muziek", vertelt hij Van Buuren. "Maar dat weet je best, want het gaat ook om een project met jou!", lacht hij naar de Leidenaar. Een kleine primeur, de twee schijnen aan muziek te werken dat 'geen trance of EDM' is, maar 'iets nieuws'.

'Jonge broer' Armin is alvast vereerd vandaag met de veteraan te mogen spreken. En Jarre lijkt blij met het respect door de jaren heen. "In het begin zaten mensen niet op mijn muziek te wachten. Geen drummer, geen zanger en ook nog eens Frans haha! Maar ik wilde een brug slaan tussen populaire en experimentele muziek, dat is uiteindelijk gelukt. Net als hedendaagse dance nu een brug slaat tussen pop en elektronische muziek, dat is mooi om te zien."


      


Source: telegraaf.n

ADE14: Armin van Buuren maakt nummer met Jean-Michel Jarre

  Ralph-Hermen Huiskamp
    16 oktober 2014

Fanboy Van Buuren interviewt synthfreak Jarre 

Armin van Buuren interviewt pioneer Jean Michel Jarre tijdens ADE14
    © Jelmer de Haas
De aankondiging dat Jean-Michel Jarre op de conferentie zou komen, was misschien wel de opvallendste van alle ADE persberichten. De Fransman is immers een van de belangrijkste pioniers van de elektronische muziek. Toen het grootste deel van de vooruitstrevende muzikanten zich richtte op nieuwe structuren was hij allang bezig met die structuren, maar vooral ook met de instrumenten. Synthesizers om precies te zijn. En ondertussen was hij ook een van de eersten die een mega show gaf met elektronische muziek, lasers en vooruitstrevende visuals. Meer dan terecht dat die man aan te tand gevoeld wordt op ADE. En waarom dat nou door Armin van Buuren gedaan wordt? Dat wordt pas aan het eind van het gesprek duidelijk.

Armin van Buuren heeft zijn sporen als producer natuurlijk al lang en breed verdiend en praat makkelijk, ook in het Engels. Toch leveren zijn vragen niet heel veel op voor de gemiddelde luisteraar. Hij probeert het wel, heeft zelfs in de voorbereiding hulp gevraagd van de Jean-Michel Jarre fanclub, bekent hij. Maar uiteindelijk is het grootste deel van het interview in te delen in twee catagorieen. Introducerend, zoals een wikipedia-artikel dat eigenlijk wel beter doet, en vragen die voornamelijk interessant zijn voor de echte synth-geeks. Wat zijn de beste plugins, welke synthesizers gebruik je zoal, welke software heeft je voorkeur en waarom? Interresant voor bezoekers die zich echt ingelezen hebben, en voor collega producers.

© Jelmer de Haas

Het zijn vooral de kleine vragen die interessant zijn. Of hij bijvoorbeeld nog steeds de elektronische muziek volgt, en hoe dan. "Ik koop niet meer echt cd's, maar dat is ook niet meer van deze tijd. Ik koop via Beatport, iTunes natuurlijk en ik stream muziek. Ik vind het altijd eng om artiesten op te noemen, omdat ik dan vast weer mensen vergeet. Maar Zombie, Fuck Buttons en vooral Gesaffelstein vind ik goed. De duistere sfeer van die laatste spreekt me enorme aan. Maar ook jouw muziek Armin, en dat zeg ik echt niet omdat je nu naast me zit. Toen ik jouw trance voor het eerst hoorde, voelde het alsof je mijn jongere broertje kon zijn." Een opvallend compliment, dat zoals later blijkt niet voor niets is.

Piraterij

Een opvallend onderdeel van het gesprek is het gedeelte over piraterij. Het lijkt vooraf afgesproken dat het daar nog even over moet gaan. De Fransman is immers nog niet zo heel lang geleden de baas van Cicac, een internationale auteursrechtorganisatie, geworden. "Volgens mij is het vooral voor elektronische muziek relevant om hier mee bezig te zijn. Geen ander genre is zo verwoven met het internet als dit. We hebben het jarenlang fout gedaan door achter de consumenten, de piraten aan te gaan. Flauwekul. Muziek gaat gratis worden, zo is het nu eenmaal, dat komt doordat dingen in het verleden al zijn gebeurd. Terug kijken en de klok proberen terug te draaien heeft geen zin. We moeten achter de bedrijven aan die miljoenen over de ruggen van muzikanten verdienen. Neem Spotify. Ik heb niks tegen ze, en vind het een goed initiatief. Maar het zou niet kunnen bestaan door het product dat artiesten maken, de muziek. Hoe kan het dat het bedrijf zo'n enorme waardegroei doormaakt, en muzikanten zo weinig betaald krijgen? In feite zouden muzikanten een soort van aandeelhouders moeten zijn, zij houden immers het bedrijf in stand met hun muziek. Ik denk dat we vooral op die manier moeten gaan denken. Hoe gaan we dit probleem oplossen, in plaats van altijd maar die consumenten aan te vallen."

© Jelmer de Haas
Huidige projecten

Als Van Buuren vraagt naar wat hij naast het auteursrecht werk nog meer doet, blijkt dat Jarre nog altijd volle bak met muziek bezig te zijn. "Met een nieuw nummer beginnen is geen probleem, maar het afmaken. Daar zit de ellende. Ik ben nog altijd bezig met nieuwe apparatuur. Sterker nog, het lijkt alleen maar erger te worden." Zelfs plugin-bouwers vragen Jarre om hulp. "Laatst werd ik nog gevraagd om een plugin te testen. Ze wisten dat ik de originele vintage synthesizers hadden staan, dus ze wilden weten hoe ik de plugin vond klinken, en of ze kon vergelijken." Daarnaast blijkt Jarre al drie jaar bezig met een mysterieus groot project. Nou ja, mysterieus. Hij stipt het in het uurdurende vraaggesprek meerdere keren aan, maar wil er zogenaamd eigenlijk niks over kwijt. Een klein beetje dan, helemaal aan het einde. "Ik ga werken met verschillende interessante mensen. Daarom vraag je er zeker zo naar he, Armin? Omdat ik ook een track met jouw aan het maken ben."

    

Source: 3voor12.vpro.nl

CISAC. CREATORS. PANEL.























On 23 September, CISAC - the International Confederation of Societies of Authors and Composers - organised a unique lobbying event aimed at bringing the voice of world-renowned creators to the debate on global copyright. 

         

In a special lobbying event organised by CISAC, six creators from different countries spoke to delegates about their priorities, concerns and vision for the future of copyright. 

Titled “A Sustainable Future for Authors”, the panel included Jean Michel Jarre, Hervé Di Rosa (Visual Artist from France, Vice-President of French visual art society ADAGP and Chair of CIAGP, the  International Council for Visual Arts); Angèle Diabang (Director and Screenwriter from Senegal); Daphna Levin (TV Screenwriter and Director from Israel);Vinod Ranganath (Playwright, Screenwriter and Director from India); and Eddie Schwartz (Songwriter, Co-Chair of Music Creators North American (MCNA) and President of the Songwriters Association of Canada). WIPO’s Director General, Francis Gurry joined the panellists to conclude the discussion.

The panel emphasized to policy-makers the important role of creators in the new digital economy. It focused on the power of creativity as a source of economic development; the need to secure a sustainable creative eco-system; the crucial role of collective management in the digital world; and the need for a dialogue between all stakeholders on business models that ensure fair remuneration for creators.
 

More information at cisac
Source: wipo

15/10/2014

Amsterdam Dance Event starts today !

 

 Conference ADE Pro 16/10 Interview with Jean Michel Jarre

 

It’s that time of the year again: the Amsterdam Dance Event starts its five-day run today! 
Started in 1996 as a three-day conference, the so-called ADE is now one of the leading platforms and festivals in the world for electronic music and club culture. 
Located in the lovely Felix Meritis centre and Dylan Hotel, it’s not only a daytime conference and meeting point, but also packed with hundreds of events and over 800 DJs and artists playing around the city.


































Amsterdam Dance Event



          

Eddie Schwartz and Jean Michel Jarre ask IP lawmakers to stick up for the creators....

29 September 2014



I’m pretty sure we all agreed to stop equating streams for downloads, let alone record sales, though that didn’t stop Canadian songwriter Eddie Schwartz pulling out the old cliché at the General Assembly of the World Intellectual Property Organisation in Geneva last week. Which is a shame because he and Jean Michel Jarre were raising decent concerns at the annual meeting of IP lawmakers about ensuring creator rights are remembered as frameworks are built governing copyright in the digital age.

Focusing less on piracy, and more on how songwriters and artists will earn a living for legitimate digital content businesses, Schwartz noted during one discussion: “Sales of one million records would at one time have paid me a modest middle class income and I would have received a platinum record. Looking at my digital royalty statements today, for one million streams I get $35. My middle class economic status has been reduced to a pizza”.

Meanwhile Jarre, speaking in his role as President of the global collecting society grouping CISAC, said: “We, as creators, are pro-technology. We embrace it and welcome the wider access to culture that digital devices and services afford the public, and the opportunity to reach wider audiences that technology affords creators. But we need business models that make sense to all parties”.

Meanwhile Schwartz went on: “For the first time in history we have global platforms that can distribute creative content from virtually anywhere in the world to anywhere in the world.
Thanks to the internet, African, Latin and South American and Asian music creators have instantaneous and universal access to the same European and North American audiences and consumers that I as a Canadian songwriter have had access to over the course of my professional life. But ironically, of what value is this unprecedented access if the music is virtually worthless?”

He concluded: “If the revenues don’t flow back to creators, while the shareholders and CEOs of companies who deny the value of music enjoy literally billions in profits, surely something is terribly wrong”.

Supporting the input of Schwartz and Jarre, Gadi Oron, Director General of CISAC, said that ministers and political decision makers at the WIPO event “should use their power to ensure creators can continue to make a living from their work and that the digital market does not benefit only a few powerful online players”.

Exactly how lawmakers could or should ensure the flow of money made from licensed digital music services is fairly divided between web firms, corporate rights owners and individual creators is less than clear.

Though clarification on when and how the statutory royalty already paid in many countries to recording artists out of public performance income should apply to digital services, might be a start. While you still sense that the debate over how digital royalties are split between labels/featured artists and publishers/songwriters will, at some point, kick off once again, digital deals generally weighed very much in the favour of the former.

Jean Michel Jarre & Eddie Schwartz, Songwriter, Canada

Mr. Schwartz, who is also Co-Chair of Music Creators North America, addressed the question of fair remuneration for creators.

Photos: Album on Flickr

Bertelsmann "Creativity & Innovation"- Forum in London 2014


From 24 September 2014 to 26 September 2014, around 300 top executives and Creative of Bertelsmann in London met to discuss together with external guests from various industries on the topics of creativity and innovation.

Video - Jean-Michel Jarre  05:07 - 05:24

          
  

Source: bertelsmann

 

 

Songs (Studio Album, Live And Compilations)



           

Jean-Michel Jarre: "Je suis assez proche de Claude Allègre"




17 mars 2010 


Depuis le 1er mars, Jean-Michel Jarre est lancé dans une tournée mondiale.

Jean-Michel Jarre en concert à Stuttgart. (Christine Ferreira)

On le retrouve dans sa loge après deux heures d’un concert "son et lumière" donné, le 9 mars dernier, au Porsche Arena de Stuttgart. Jean-Michel Jarre savoure l’instant en vidant cul-sec des petites tasses de saké chaud. "Un rituel de tournée" assure le musicien. Affable et jovial, le pape de l’électro à la française et le pionnier des méga-concerts aux quatre coins du monde, affiche une allure incroyablement juvénile pour ses 62 ans. Sur scène, entouré d’une dizaine de synthés vintage et de trois musiciens, il se démène comme un beau diable, triture ses machines, invective le public à se lâcher avec une belle énergie. 

Résultat, 7000 spectateurs debout à la fin du concert. Un petit exploit. Stuttgart, capitale de l’automobile allemande, possède une réputation pour le moins austère à l’image de ses habitants "bosseurs" et peu "fêtards". Mais le show Jarre affiche une efficacité imparable avec des tubes à foison - entre électro symphonique, électro rock, électro planante - illustrés par un travail visuel ambitieux, comme toujours spectaculaire, mais sans surenchère: projections vidéo, jeux de lumières, laser en technicolor et quelques astuces ingénieuse, notamment ses images subjectives filmées grâce à une caméra miniature fixée sur les lunettes du musicien. L’artiste parvient même à injecter de la poésie dans ce déferlement de haute technologie, comme sur RDV 2, interprétée avec un accordéon sous un faisceau de lasers tournoyant, à la manière d’un manège de fête foraine. Interview…

Vous êtes réputé pour vos méga-concerts en plein air. Pourquoi vous enfermer aujourd’hui dans des salles sans âme?

Je voulais apporter la magie de mes spectacles en extérieur, à l’intérieur, dans des salles closes pour partager une proximité différente avec le public, le plonger dans une immersion encore plus grande dans mon univers, ma musique et la scénographie de mes concerts. Cette dimension visuelle a toujours été centrale dans ma démarche. Du temps de nos grands parents, quand ils allaient aux concerts de Piaf ou Trénet, ils n’avaient pas d’autres moyens d’écouter de la musique. Aujourd’hui, la musique est devenue nomade, on peut l’écouter dans le bus, dans la rue. De fait, il existe, de la part du public, une attente visuelle de la musique et de l’artiste. D’ailleurs, on dit plus : "Je vais écouter" tel artiste, mais "je vais voir" un concert… J’essaye donc d’offrir un authentique spectacle son et lumière, à la manière des opéras allemands qui ont contribué à inventer le genre du spectacle musical. Wagner travaillait avec les charpentiers, les peintres, les scénographes. A la différence de la chanson et du cinéma, ma musique ne raconte pas d’histoires, il faut laisser les gens libres de raconter leur propre histoire et finalement de leur donner le moyen de créer leur propre film. Le but n’est pas d’entrer dans un processus narratif, mais d’offrir une scénographie, comme dans l’opéra, pour la transposer dans la pop, le rock ou l’electro. 

On vous a souvent traité de "mégalo" en raison de la démesure de vos spectacles…

Cette démarche a pu être mal comprise. C’est tout le contraire de la mégalomanie. Selon moi, il est beaucoup plus prétentieux de rentrer seul dans une salle pour attirer l’attention sur soi pendant deux heures, simplement avec sa guitare, plutôt que d’être un élément dans une histoire plus grande que la votre. C’était presque par pudeur que je me suis lancé dans ces mégas concerts. 

Et quels concerts de rock ou de pop vous ont séduit ces derniers temps?

J’ai été très déçu par le concert de U2 au Stade De France l’année dernière. J’ai adoré l’époque Zoo TV, quand ils développaient une véritable créativité, quand les images avaient du sens et de la pertinence pour dire des choses sur notre époque. Là, ils se sont laissé déborder par le business et le marketing. Cette grande scène en forme d’araignée géante, c’était un grand mammouth qui a accouché d’une souris. Toute cette mise en scène était clairement destinée à faire rentrer le plus grand nombre de spectateurs au SDF. Sinon j’ai adoré ACDC, qui avec un truc très classique étaient cohérents. Ce qui est difficile c’est d’arriver d’être en osmose avec ce que l’on joue et ce que l’on projette, et c’est très compliqué.

Vous cherchez à délivrer un message à travers vos concerts?

Un des thèmes sous-jacents de la scénographie consiste à restaurer l’idée de la science-fiction dans sa dimension poétique. On a perdu cette vision positive de l’avenir. Elle est devenue anxiogène et se résume au fait de bien trier nos poubelles. L’anxiété est devenue un business, comme l’écologie. Je me suis préoccupé de cet enjeu dès 1976, avec mon album Oxygène et sa pochette montrant un squelette humain à l’intérieur de la planète. Un époque où l’écologie ne faisait pas encore vendre, à la différence d’aujourd’hui. Sur la question du réchauffement climatique, je suis assez proche de Claude Allègre. Dans l’histoire de l’humanité, les réchauffements sont cycliques. Le temps de mémoire d’un homme, c’est sa vie. Mais sur 1000 ans, il existe des cycles de refroidissement, de réchauffement. Au Moyen Age, le Groenland était recouvert d’oliviers. On est incapables de prévoir un tremblement de terre à deux mois d’intervalles, comment peut-on se permettre d’avoir l’arrogance de penser avoir un contrôle sur le réchauffement de la planète. On se focalise sur le réchauffement climatique quand les enjeux de la démographie galopante ou de l’eau potable sont relégués au second plan. Il faudrait mieux écouter les astrophysiciens que les "marketteux" de l’écologie…

"L'écolo-marketing m’agace depuis un bon bout de temps"

Vous pensez à Nicolas Hulot ou Yann Arthus-Bertrand ?

C’est vous qui le dites, mais oui. Cet écolo-marketing m’agace depuis un bon bout de temps. Ma mère est une résistante de 1941, et puis des gens se sont découverts résistants fin 44. De la même manière, des Cassandre se sont découvert écolos depuis trois ans, quand l’environnement a commencé à représenter une valeur marchande. Quand j’entends des musiciens qui se déplacent en jet appeler leurs fans à venir à leurs concerts en vélo, je pense notamment à Radiohead, c’est de l’escroquerie intellectuelle.

Et vous, vous donnez des concerts écologiquement corrects?

J’ai fait fabriquer des lampes qui consomment 81 watts, contre 5000 watts il y a cinq ans. C’est plus important et pertinent que d’inviter les spectateurs à venir avec des t-shirts recyclés et en espadrilles.
Sur scène, vous interprétez un morceau inédit, Statistico Adagio illustré par des chiffres en temps réel sur la démographie, la consommation de drogues… Pourquoi cette démarche?
J’avais envie d’illustrer visuellement cet adagio avec une batterie de chiffres en direct. Chaque soir, on a la réalité en temps réel sur l’augmentation de la population, la réserve de pétrole consommée, les gens qui n’ont plus accès un point d’eau potable, la distance parcourue par la terre par heure - on tourne à 1600 km seconde, comme une fuite en avant - le nombre d’e-mail envoyés en même temps et les drogues consommées. C’est une façon de faire un lien sur les trois axes les plus importants pour les vingt ans à venir : la démographie, l’accès à l’eau potable et l’éducation. Mais je le fais sans dogmatisme, à la différence d’un Bono…

Vous lui reprochez quoi au juste?

Les artistes peuvent, à travers leur travail, donner un coup de projecteur sur tel ou tel enjeu, mais le rôle de l’artiste de transformer, comme Bono le fait, les concerts en tribune politique. Le concert doit rester un moment de divertissement, durant lequel on peut faire ressentir les choses, mais il faut les faire passer sur le plan transversal, sur le plan de l’émotion, pas sur le plan intellectuel. Je ne pense pas qu’il soit judicieux de faire des gros discours au Stade de France en arrêtant un concert pour donner une leçon au public. Les gens sont fatigués par ces grands discours, personnellement j’en ai ras le bol, en tant que membre de la société civile, qu’on me donne des leçons. Je suis assez grand pour comprendre et m’informer, j’ai envie de prendre en main ma propre responsabilité sans qu’on me dise, "t’as mal fait, t’as pas fait ci, t’as pas fait ça". La politique du doigt tendu culpabilisateur, c’est démodé.

Sur scène, vous installez plus de 70 synthétiseurs vintage, comme un petit musée de la musique. C’est un retour vers le passé?

Au contraire. Il ne s’agit pas d’un réflexe rétro ou nostalgique. Je veux les réhabiliter car ils ont un futur. Je me suis rendu compte à quel point ces synthétiseurs analogique possèdent une couleur et une qualité unique. Ils sont comme les Stradivarius. Aujourd’hui, le rêve de n’importe quel violoniste dans le monde est de jouer sur un instrument crée au XVIIe siècle. On n’a jamais fait mieux depuis, et Dieu sait que la technologie a évolué depuis le XVIIe siècle. Cela démontre qu’en matière de lutherie, il existe un savoir faire indépassable. Les synthés analogiques sont dans la même situation. A partir des années 80, au moment de l’explosion du synthé japonais et du numérique, tous ces instruments ont cessé d’être fabriqués et d’exister. C’est un cas unique dans l’histoire de la musique. Or le numérique est obsédé par ces instruments dits "vintage", il existe des émulations de ces instruments, elles vont jusqu’à reproduire le look mais qui n’ont rien à voir au niveau du son avec un mélo trompe de 400 kilos conçu dans les années 60. Une véritable pièce de musée. Le son est incomparable, on l’a testé avec ses imitations, c’est le jour et la nuit. C’est comme de jouer d’un orchestre symphonique avec un synthé ou avec un mac. C’est la raison pour laquelle utiliser ses pièces rares ne relève en rien d’un réflexe anachronique, mais au contraire d’une démarche totalement contemporaine. Tous les jeunes dans l’electro sont fascinés pas ces instruments. Ils représentent le futur de la musique, électronique en particulier 

Sur scène, vous jouez de votre fameuse harpe laser que vous avez conçue au début des années 80. Ce côté bricolo, c’est un héritage familial?

Affectivement, il existe un héritage de mon grand-père. Mon père nous a quittés quand j’avais cinq ans. J’ai grandi sans lui mais avec mon grand-père. Il incarnait l’image paternelle et était un ingénieur et un inventeur incroyable. Il a inventé la première console de mixage pour la radio. Et ensuite le teppaz, l’ancêtre de l’I-Pod, le premier instrument de reproduction de musique portable. Il prenait ma grand-mère comme souffre douleur. Il avait inventé un moulin à café avec un moteur d’aspirateur, ça faisait un bruit d’enfer. Et ma grand-mère, stoïque, essayait le truc, au bout de trois minutes tout explosait, les grains de cafés volaient dans toute la cuisine. Et ma grand-mère prenait l’engin et disait : "non, c’est pas prêt encore". Et mon grand père repartait dans son labo. J’avais cinq ans et ça me fascinait, en même temps, il était musicien, il jouait du hautbois, se passionnait pour le cinéma, il m’a beaucoup apporté par ce côté très iconoclaste, il avait une approche poétique de la science, un côté surréaliste.
Dans les années 70, vous avez fait vos classes avec Pierre Schaeffer au sein du Groupement de recherche musicale (GRM) avant de composer et d’écrire pour le chanteur Christophe et Patrick Juvet, notamment Où sont les femmes?. Quelle était le sens de votre démarche?

Créer un pont entre la musique expérimentale et les mélodies pop. Je voulais apporter un peu de chair à la musique électronique de l’époque. On me dit souvent que mes mélodies sont "variétoches". Je le revendique totalement. Le premier arpège de mon morceau RDV2 reprend la mélodie d’une chanson que j’avais écrite pour Gérard Lenormand, ça fait partie de mon travail de recyclage. J’adore les mélodies en apparence naïves mais qui cachent une mélancolie souterraine. J’ai toujours aimé cette contradiction très présente dans le cirque. Quand j’allais au cirque avec mes copains, j’étais le seul à pleurer devant le spectacle des clowns. C’est ce que j’ai essayé de faire dans l’univers de Christophe avec Les Mots Bleus. Quand je l’ai rencontré, il était vraiment un chanteur variété, il sortait d’Aline, et moi j’ai senti cette espèce de dimension tragique de clown, à la limite du ringard et du sublime, il flotte toujours entre les deux. D’ailleurs j’aimerais beaucoup retravailler avec lui.

Quel est votre moteur aujourd’hui?

L’insatisfaction. J’ai rencontré Fellini sur la fin de sa vie, il m’a dit : "Toute ma vie, j’ai cru que je faisais un film différent. Et je m’aperçois à la fin de ma vie que j’ai toujours fait le même film. Finalement, j’ai toujours essayé d’améliorer les choses". C’est absolument vrai. Cette exigence permet de préserver l’innocence intacte.

Vous avez des projets?

Oui, renouer avec les concerts en plein air, composer pour des ballets, des spectacles multimédia, des musiques de films également. Je me suis longtemps interdit de m’aventurer dans ce domaine, car je le considérais, sans faire de la psychanalyse de Monoprix, qu’il s’agissait du territoire réservé à mon père (compositeur de Lawrence D’Arabie, Docteur Jivago, Ndlr). 

On vous décrit comme une sorte de Dorian Gray… Quel est le secret de votre jeunesse ?

Faut demander à ma mère. Elle va avoir 96 ans et quand je lui dis qu’elle court comme un lapin, elle me répond : "arrête de dire ça, le lapin court moins vite". C’est génétique, et puis j’ai un rapport avec le temps assez abstrait, sauf depuis la disparition de mon père l’année dernière. J’ai pris conscience de la mortalité. Je raisonne désormais en fonction du temps qui me reste. Quand je vois le parcours de Pierre Soulages, ses créations les plus intéressantes s’échelonnent sur ses quinze dernières années, je garde espoir. 

Eric Mandel, à Stuttgart - Le Journal du Dimanche